Geschiedenis van Abbekerk
Vanaf 1310
Abbekerk komt als plaatsnaam voor het eerst voor in 1310 als Abbenkerke. De plaatsnaam zou ernaar verwijzen dat hier een kerk van de persoon of familie Van Abbe(n) stond. Tussen 1402 en 1415 werd vrijwel het gehele platteland binnen de Westfriese Omringdijk verdeeld in steden. Deze ‘plattelandssteden’ waren vaak combinaties van dorpen die gezamenlijk stadsrechten hadden maar waarvan de samenstellende bannen een eigen bestuur hielden. Zo werd op 2 februari 1414 Abbekerk, samen met Twisk, Midwoud en Lambertschaag, door Willem VI verheven tot de stad (of stede) Abbekerk.
Later zou het alleen nog volledige stadsrechten hebben met Lambertschaag, al bleven Twisk en Midwoud onder de jurisdictie van de stede Abbekerk vallen. Ook hadden de twee dorpen nog eigendomsrechten via de stede. In Abbekerk was er een “regthuys” (rechthuis) gevestigd van de stede. Dit gebouw bestaat nog steeds, alhoewel het in 1830 door een verbouwing een heel ander aanzien kreeg. In 1830 werden ook de eigendomsrechten van Twisk en Midwoud afgekocht.
Locatie
De plaats is gelegen aan de Westfriese Omringdijk. Vroeger lag het aan het water, tegenwoordig aan de polder van de Wieringermeer. Het dorp Abbekerk ligt zelf niet aan de dijk, dit is het dorp Lambertschaag.
Groeikern
Abbekerk werd in 1969 tot groeikern aangeduid. Het werd daardoor een stuk groter dan het lange tijd was geweest. Heel lang had Abbekerk zo’n 1000 inwoners, in 1984 was dit ruim verdubbeld, tot 2093. Bij het ontstaan van Noorder-Koggenland in 1979 was Abbekerk ook de hoofdkern geworden van de gemeente, ondanks het feit dat het gemeentehuis in Midwoud was gevestigd. In de loop van de jaren 1990 werd Midwoud mede de hoofdkern om zo ook te kunnen groeien.